zondag 30 september 2012

If I ruled the world

Dit opiniestuk schreef ik naar aanleiding van de wedstrijd “If I ruled the world” van het maandelijkse magazine MO*. De opdracht was op een creatieve manier met 4000 tekens (inclusief spaties!) te vertellen wat ik zou doen als ik de heerser van de wereld was. Deze wedstrijd loopt binnenkort af, het resultaat wordt in november bekend gemaakt. In ieder geval, fingers crossed en amusez-vous!

Wat zou de aarde een fijne woonplaats zijn, mocht ik álle mensen van onze planeet mogen leiden. Op mijn eerste beleidsdag voer ik meteen een grote stijging van de rozenteelt door en ken ik enorme subsidies voor dansopleidingen toe. Tevens komen er maatregelen om het beroep dokter, vooral dat van de radioloog en podoloog, aantrekkelijker te maken. Even later volgt deel twee van de grote wereldverbetering: iedereen zal verplicht zijn zich huppelend door het leven te begeven, in plaats van het gebruikelijke doorworstelen, en het saaie stilstaan wordt ingewisseld voor doorleefde danspasjes. Het maakt niet uit hoe ridicuul of ritmisch erbarmelijk, als de vreugde er maar van afspat. Om het geheel wat af te kruiden, worden dagelijks enkele vrijwilligers aangeduid die rozenblaadjes rondstrooien, kwestie van de wereld nog wat mooier te maken.

Nee, even serieus. Het is eigenlijk een paradoxale kwestie, want met zo’n gigantische macht valt er maar één ding te doen, namelijk deze macht terug uitdelen, en wel evenredig verdeeld onder élk van de zeven miljard mensen. Een eigen visie doordrukken is crimineel en dictatoriaal, punt. Er staat dus maar één topic op de agenda: een hervorming van de democratie. En daar is nog heel wat werk aan.

Ons huidige systeem dateert nog van de 19de eeuw en staat ver van de werkelijkheid af. Allereerst heeft onze geglobaliseerde wereld nood aan een globale democratie, ofte een wereldregering. Tegelijk zorgen verschillende factoren ervoor dat verkozenen en kiezers uiteen zijn gegroeid. Uiteindelijk is het leven op quasi alle terreinen veel ingewikkelder geworden, wat meer invloed heeft op de politieke problematiek dan je zou verwachten.

De particratie wordt om die redenen onder mijn hoede afgeschaft. Om toch zo weinig mogelijk standpunten aan de onderhandelingstafel te krijgen (om niet-efficiënte vergaderingen te vermijden) verkiezen kleinschalige wijkraden een vertegenwoordiger naar een hoger congres met een goedgekeurde resolutie in de hand, waarna er getracht wordt alle resoluties te doen convergeren tot een nieuw akkoord. Dit herhaalt zich tot op het hoogste bevoegde niveau. Op die manier beslist iédereen mee over nationale of internationale kwesties, in plaats van de dictatuur van de meerderheid waarbij aanhangers van niet-regeringspartijen hun mening amper of niet vertegenwoordigd zien. Met dit model heeft elke burger uit in de ganse wereld evenveel te vertellen over bijvoorbeeld de richting die de wereldeconomie uit moet.

"Maar wacht eens even!" hoor ik u denken. "Wat weet de gewone burger nu van economische, maatschappelijke of juridische materie? Worden zij niet beter bestuurd door kenners?" Gedeeltelijk waar, maar een democratie valt of staat met informeren en betrekken van de bevolking. Om aan dit probleem tegemoet te komen, zal een regering enkel bestaan uit (slechts uitvoerende) experts, die diverse voorstellen formuleren aan de bevolking. Men gaat vervolgens vanaf het laagste politieke niveau in discussie, in aanwezigheid van een andere expert ter duiding, tot men het uiteindelijk eens raakt en een resolutie opmaakt voor een hogere instantie. Een raad of parlement kan, bij brede meerderheid, trouwens altijd een volmacht verlenen aan een minister bij acute problemen.

Uiteindelijk is het hoogste orgaan van dit systeem het wereldparlement met zijn wereldregering, welke voornamelijk economische beslissingen zullen nemen. Het is namelijk onmogelijk om in alle vrijheid te kiezen voor een eigen economisch systeem, wanneer het spook van de concurrentiekracht ten opzichte van andere regio's opdoemt. De kapitalistische race naar de bodem en multinationale ondernemingen die landen tegen mekaar kan uitspelen, worden zo vermoedelijk verleden tijd.

Met deze, laten we het sociocratie noemen, hoeven we hopelijk geen bizarre subsidies meer te geven en regels op te leggen. Als men zijn eigen maatschappij werkelijk in handen kan nemen, is de mens hopelijk zó bevrijd, dat hij spontaan al dansend rozenblaadjes rondstrooit.