dinsdag 5 juli 2011

Rock A Field 2011: Arcade Fire en de rest

Rock a Field, Roeser, Luxemburg, 26/06/11
Het gekke idee om als tweede festival ooit meteen naar Luxemburg te trekken, ontsproot uit het onbeschrijfelijk goede nieuwe album “The Suburbs” van Arcade Fire, en de daarbij horende onweerstaanbare drang hen met de huidige show minstens 1 keer live te zien. Voor Arras vond ik geen kompaan, dus bleek Luxemburg de enige overblijvende optie.
Zo, op deze manier klinkt het alsof ik enkel naar RAF ging voor Arcade Fire, en dat de rest van de affiche de moeite niet was. Niets is minder waar, en gelukkig maar, want 80 euro voor Arcade Fire alleen…
Aangekomen op de weide na een trip van 8 uur, bleek het inmiddels al erg heet te zijn, en ons meegebrachte eten en drinken werd vakkundig naar de vuilcontainer geleid. Gelukkig was dat het enige ongemak: op het laatste nippertje kregen we een bed aangeboden in Dippach (wat onuitspreekbaar blijkt te zijn in het Luxemburgs), en konden we dan toch onze kampeerspullen kwijt.
De muziek zelf dan:

The Gaslight Anthem
Slechts enkele nummers van gezien, gelukkig nog wel Great Expectations gehoord (hun enige écht goede nummer voor me).

Volbeat
Veel beat, weinig volle muziek. Ofwel waren hun instellingen totaal verkeerd uitgedraaid tijdens de set, ofwel is het kenmerk van live metal enkel veel te luide basdrum en dito basgitaar. De stem en de gitaren waren enkel te horen als de anderen even pauze hielden. Desondanks toch een leuk sfeertje.

Jimmy Eat World
Terwijl we bij Volbeat nog in de schaduw konden staan, moesten we voor JEW de volle zon trotseren. Ik kreeg er een lichte hoofdpijn van, maar ik kan je verzekeren: het kwam niet door de muziek. Hoewel: de bas mocht opnieuw wat zachter, maar met sfeernummers als Bleed American en vooral The Middle was dat eerder een kanttekening. En we leerden zelfs iets nieuws kennen: 23, nooit eerder gehoord, was een perfect rustpunt en sneed bij momenten door de ziel heen.

Bullet For My Valentine
In hetzelfde bedje ziek als Volbeat. Ze konden hun storende drums echter niet goedmaken met de kwaliteit van de muziek… Van ver gezien, en even gebleven, maar verder niet vermeldenswaardig.

The Wombats
De spanning steeg: Arcade Fire begon over 1.5 uur, maar eerst nog de twijfel: hoe lang blijven we hangen bij The Wombats? We kwamen uiteindelijk tot een akkoord: 4/5 nummers. We hebben, opnieuw in de bijna pijnlijke hitte, dubbel zolang gewacht op, dan geluisterd naar het drietal uit Liverpool, maar we kregen toch Kill the Director and Jump Into The Fog op ons bord. De grootste honger werd zo gestild.

Arcade Fire (aka de beste band ter wereld)
Ik had ze graag helemaal onderaan gezet, omdat zo’n memorabel topoptreden de beste afsluiter van zowel dit verslag als het hele festival zou kunnen zijn. Anderzijds was ik achteraf blij dat ik nog genoeg energie had op die moment… Ik had er zo op geanticipeerd, en dus lagen de verwachtingen erg hoog. Met hun verwachte opener Ready To Start pleegden ze meteen een aanslag op mijn emoties, en het duurde 3 nummers (Keep The Car Running, No Cars Go) voor ik van de grootste schok bekomen was. Na enkele rustigere nummers zorgden ze opnieuw voor een hoogtepunt met Sprawl II, waarbij Régine Chassagne (“I Love You, Régine!”) haar linten nog eens bovenhaalde. Met Month of May en Power Out bliezen ze het publiek helemaal weg, waarna ze hun laatste en beste truuk gebruikten: Rebellion (Lies) zorgde voor het tweede moment van een overdaad aan emoties, waardoor ik werkelijk kon concluderen: dit optreden was ‘voor te bleiten’. Het geheel, mét visuals, fantastische interactie en ongelooflijke muziek, zorgde ervoor dat de vraag ‘Kan hier ooit nog iemand over?’ spontaan in me opkwam. Hun verwachte bisnummer Wake Up sloot de set op een perfecte wijze af. Zwalpend, zonder stem en met een enorme rugpijn zocht ik mijn weg richting Startin’ Stage…

Elbow
Hoewel ik eerst wel eens gevloekt had op de opeenvolging van enerzijds goede en dan weer slechte bands, viel het plaatje vooral op dit moment perfect in elkaar. Geradbraakt als ik was van Arcade Fire, was dit rustige maar prachtige concert van Elbow een verademing. Ze speelden enkel nummers van hun laatste twee platen, en dat was exact wat ik wilde. The Birds is een opener waar veel bands enkel van kunnen dromen. De pracht van hun nummers (Lippy Kids, The Loneliness of a Tower Crane Driver) ging mooi samen met de rustige bindteksten (‘you look beautiful’, ‘let me see you hands’, …). De opblaasbare ‘ventjes’ waren hun laatste wapenfeit voor me, we gingen, een beetje jammer wel, al wat vroeger door naar Arctic Monkeys.

Arctic Monkeys
Hoewel geen echte fan, verwachtte ik wel een leuk en sfeervol concert. De rugpijn was echter nog niet over, en ik was al bijna 20 uur wakker. De onbekende nummers van de Monkeys verveelden me, en mijn lievelingsnummers hadden ze gehouden voor de bisrondes. Toen had ik het al opgegeven, en hing ik aan de uitgang. Maar niet alles was slecht natuurlijk! Bij hun singles brachten ze me nog steeds in beweging. Het was een goede uitboller, laten we het zo stellen.

Conclusie
De moeite waard: ja, zeker wel! En we hebben ook een les geleerd: misschien toch wat meer de krachten sparen en af en toe wat langer blijven zitten…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten